Center for People and Buildings

U bent hier: >>Hogeschool van de toekomst: Wie is er op voorbe...

Hogeschool van de toekomst: Wie is er op voorbereid?

6 juli 2015

Hogeschool van de toekomst: Wie is er op voorbereid?

In het Journal of Corporate Real Estate Vol. 17 No.2, 2015, staat een interessant artikel van Ronald Beckers, Theo van der Voordt en Geert DeWulf. Ze onderzochten de wijze waarop facility managers en huisvestingsmanagers in het hoger beroepsonderwijs in Nederland proberen om de huisvesting zo goed mogelijk af te stemmen op nieuwe manieren van leren en onderwijzen en de gebruikerswensen. Het artikel is gebaseerd op interviews en een enquête onder 14 FM/CRE-managers van grote HBO-instellingen die samen onderwijs bieden aan 84,5 procent van de totaal aantal HBO-studenten.

Het onderwijs verandert snel, de gebouwen langzaam

Een belangrijk vraagstuk, omdat er veel verandert op onderwijsgebied en de onderwijsgebouwen slechts beperkt mee veranderen. Er vindt een verschuiving plaats van ‘aanbodgedreven’ klassikaal onderwijs naar meer ‘vraaggestuurd’ onderwijs op maat. Met meer projectonderwijs, onderwijs in kleine groepen en virtueel onderwijs. Beleving speelt een steeds belangrijker rol, het moet ook leuk zijn. Onderwijs wordt minder cognitief, meer sociaal van aard. In new ways of learning there is an increasing ‘need to meet’ (Beckers en van der Voordt, 2013). Hedendaagse onderwijsgebouwen spelen hier op in met meer en goed geoutilleerde cafetaria-achtige voorzieningen, projectruimtes en studieplekken, maar de veranderingen gaan traag.

Afstemming nog niet optimaal

De afstemming tussen vastgoedprofessionals en eindgebruikers (docenten en studenten) verloopt nog niet optimaal. Dat komt enerzijds doordat eindgebruikers slecht in staat blijken adequate input te leveren voor een programma van eisen. Eindgebruikers denken vooral operationeel, vanuit de bestaande situatie, en in termen van concrete huisvestingsoplossingen. “Graag een extra lokaal hier en een paar wanden verplaatsen daar”. Voor adequate toekomstbestendige huisvesting is echter inzicht nodig in de verwachte toekomstige kernactiviteiten en processen op de langere termijn. Voor de eindgebruikers geldt doorgaans een planningshorizon van maximaal vier jaar, terwijl voor het bouwen of renoveren van een gebouw een tijdsperspectief van meerdere decennia geldt. Bovendien zijn geformuleerde eisen vaak incompleet en inconsistent.

Anderzijds laten vastgoedprofessionals in het proces om de gebruikerswensen boven water te krijgen ook steken vallen. Zo worden gebruikerswensen soms verkeerd begrepen, is de monitoring van het gebruik en de beleving van de leeromgeving vaak ontoereikend, ad hoc en weinig innovatief, en worden eindgebruikers onvoldoende betrokken bij de planvorming. Dit laatste kan samenhangen met eerdere slechte ervaringen met gebruikersparticipatie maar is ongewenst met oog op de afstemming van vraag en aanbod en het verkrijgen van draagvlak voor de plannen.

Aanpak op organisatieniveau

De auteurs presenteren acht managementperspectieven op het afstemmen van het vastgoed op de behoefte van de interne gebruiker, met verschillende vormen van gebruikersparticipatie ten aanzien van coördinatie, communicatie en besluitvorming. In de praktijk leiden deze perspectieven tot een van de twee volgende managementstrategieën: een controle-georiënteerde versus een participatie-georiënteerde strategie. Op het moment is de controle-georiënteerde strategie in de meeste van de onderzochte hogescholen licht dominant. Mengvormen komen ook veel voor. De juiste strategie hangt volgens de auteurs mede af van de organisatiecontext, de organisatiecultuur en gedeelde waarden in de organisatie.

Conclusie

De uitkomsten kunnen facility managers en huisvestingsmanagers helpen om te reflecteren op de eigen gehanteerde ‘alignment strategy’. De bevindingen bieden ook stof tot nadenken op macroniveau en kunnen wellicht helpen om een brede discussie op gang te krijgen over hoe we goede en toekomstbestendige onderwijsgebouwen kunnen realiseren. Voor het hoger beroepsonderwijs én voor onze universiteiten, waar de vraagstukken niet wezenlijk anders zijn dan in het HBO. Daarin dient plaats te zijn voor de inbreng van de eindgebruikers, maar er moeten ook manieren gevonden worden waarmee de kwalitatieve inbreng van die eindgebruiker op een hoger en meer strategisch niveau gebracht wordt.

__________________________________________________________________________________

Geraadpleegde literatuur:

Beckers, R., Van der Voordt, T. and Dewulf, G. (2015). Management strategies for aligning higher education accommodation with the user needs, Journal of Corporate Real Estate, Vol 17. No.2, 2015, pp. 80-97.
Beckers, R., Van der Voordt, T. and Dewulf, G. (2015). A conceptual framework to identify spatial implications of new ways of learning in higher education, Facilities, Vol. 33 Iss. 1-2, pp 2-19.
Beckers, R. and Van der Voordt, D.J.M. (2013). Facilitating New ways of learning in Dutch higher education, Conference paper. 12th EuroFM Research Symposium. European Facility Management Conference. Prague, 22-24 May 2013.