Center for People and Buildings

U bent hier: >>>Markeren van de leegte (nr. 1 in de serie 'Tijd...

Markeren van de leegte (nr. 1 in de serie 'Tijd voor verbeelding')

21 juli 2021

Markeren van de leegte (nr. 1 in de serie 'Tijd voor verbeelding')

Begin juni, net toen de musea en galeries weer open gingen, was ik op de tentoonstelling “Places we have never been before” met werk van Robbie Cornelissen en Karin van Dam.

Places we have never been before” in Galerie Maurits van Laar, Den Haag. Werk van Robbie Cornelissen en Karin van Dam (Foto: Nora van Klingeren).

Mooi werk en een mooie tentoonstelling. De journalist van het NRC had er een stukje overgeschreven met de titel Leegte om te betreden, verkennen en te vullen met verbeelding. Voor mij verbeeldde het ook deze tijd of beter de grens waarop we nu in de tijd staan. De wereld gaat weer open en ligt voor ons te wachten tot we die betreden. Maar we zijn nog niet klaar: niet klaar met het virus, niet klaar met de vragen die we ons naar aanleiding van de afgelopen periode zouden moeten stellen en dus zeker niet klaar met de antwoorden. Waar gaan we heen? Hoe gaan we verder? Ook wij staan nu voor een leegte, die we moeten betreden, verkennen en vullen met verbeelding. We kunnen en mogen niet doorgaan alsof er niets gebeurd is, alsof we niet willen leren van onder andere een dikke anderhalf jaar thuis werken. We gaan toch niet in de file staan om op kantoor de dingen te doen die je ook thuis kan doen? Er zijn grotere problemen op te lossen in Nederland, denk aan het klimaat. Een zorgvuldig gebruik van de nog vrije ruimte, het maximaal benutten van de gebouwde omgeving en het niet als dwazen permanent heen en weer bewegen door het land is opgave nummer 1, zou ik zeggen.

In eerdere column schreef ik al over het toenemend gebruik van de openbare buitenruimte door een ieder en de verschuiving van de grens van openbaar en privé tijdens de coronacrisis, vooral de grens  tussen binnen en buiten. Mensen gebruikten de buitenruimte voor sport, spel, bewegen. We worden weer een beetje kind. Kinderen spelen graag buiten, helemaal fijn voor kinderen is een vrijwel leeg bouwterrein. Ik woon als een van de eerste bewoners in een wijk die in opbouw is. Het is goed om te zien hoe kinderen daar met de verdwaalde stenen en planken bouwen en hun verbeelding gebruiken, maar de wijk krijgt verder vorm en het ongerept spelen verdwijnt langzaam maar zeker. Het spelen wordt naar leuk bedachte speelplekken teruggedrongen: Homo ludens in de kiem gesmoord. 

Het Center for People and Buildings heeft in de afgelopen 20 jaar een schat aan data verzameld over mens, werk en werkomgeving. Daarbij was de werkomgeving vooral gedefinieerd als de gebouwen, de kantoren, de afgesloten blokken waar het IK van de organisatie centraal staat en niet het WIJ van de maatschappij. Daarmee bedoel ik dat de gebouwen er staan voor het gebruik en vaak ook het ego van die organisatie waarin de medewerkers achter hun bureau zitten of vergaderen – het zgn. werkproces – moet worden ondersteund. Letterlijke buitenstaanders worden geweerd met hekken rondom het gebouw en poortjes bij binnenkomst. Het is gebouwd voor het IK en niet voor het WIJ. Maximeren van het gebruiken van de bestaande gebouwde omgeving, ombouwen en waar nodig bijbouwen voor het WIJ is de opgave.

De tijd die nu aanbreekt is net het blancovel papier waar je een lijn opzet.

  

Proefmarkering van Nelleke Bosland (Foto: Nelleke Bosland).

Voor je het weet wordt die lijn werkelijkheid en is het moment – en erger nog: de vrijheid voor de toekomst – voorbij. Toch moeten we ergens heen, ergens een richting kiezen, ergens een markering volgen. Die markering moeten we met alle kennis die er nu is maken.