Center for People and Buildings

U bent hier: >>>It's not how old you are...

It's not how old you are...

26 april 2019

“Woonwijken niet goed voorbereid op vergrijzing”, aldus Rijksbouwmeester Floris Alkemade in het radioprogramma 1 Vandaag (juli 2018). Maar hoe zit het met onze kantoren? Zijn die wel voorbereid op de vergrijzing?

Nederland wordt in rap tempo ouder. Naar verwachting is volgens het CBS in 2019 de helft van de volwassen bevolking ouder dan 50 jaar. Gemiddeld wordt de Nederlandse bevolking steeds ouder. Deze ontwikkeling ontgaat ook de meeste organisaties niet. Veel babyboomers zijn nog volop actief op de werkvloer en zijn nog niet toe aan hun pensioen. De beroepsbevolking wordt daarom gemiddeld ook steeds ouder en werkt langer door

Vergrijzing en de cijfers

Volgens het CBS is er een forse toename van de arbeidsdeelname van het aantal 55-plussers in 10 jaar tijd. In iets meer dan 10 jaar verdubbelde het aantal werkende 55-plussers naar zo’n 19% van de totale beroepsbevolking in 2019. Niet in iedere bedrijfstak of bij ieder beroep neemt de vergrijzing even hard toe. De agrarische beroepen zijn het meest vergrijst en ook bij de overheid zien we het aantal ouder wordende medewerker stijgen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de gemiddelde leeftijd van de beroepsbevolking tussen 2001 en 2014 van 38,3 jaar steeg naar 41,9 jaar. Deze cijfers waren voor Center for People and Buildings  aanleiding om te kijken of er in onze CfPB database  een vergelijkbare trend te zien is. En ja, door de jaren heen is het aandeel 50-plussers van onze respondenten in onze database ook toegenomen, zoals te zien is in figuur 1.

Figuur 1: De verhoudingen tussen verschillende leeftijdsgroepen in de CfPB Database tussen 2004 en 2018.

Duurzame inzetbaarheid

Al deze 55-plussers gaan er, zonder uitzondering, lichamelijk allemaal op achteruit, zijn door hun leeftijd minder inzetbaar, kunnen zich slechter concentreren en hebben een slechte gezondheid, horen we om ons heen. Uit onderzoek van TNO (Nauta et al., 2004) blijken dit hardnekkige stereotype beelden te zijn, die niet helemaal kloppen met de werkelijkheid. Wel gaat de lichamelijke gezondheid iets achteruit, maar dit levert nauwelijks beperkingen op voor de inzetbaarheid. Verder blijkt dat de cognitieve achteruitgang gering is en dat de psychische gezondheid juist toeneemt. De invloed van leeftijd op gezondheid en inzetbaarheid moeten we relativeren.

Hoe houden we ouderen dan gezond aan het werk? Een groot deel van het ziekteverzuim en de verminderde inzetbaarheid zijn gevolgen van werkdruk, werkstress en werkrelaties. Dit raakt niet alleen de ouder wordende medewerker maar iedereen, juist ook de jongeren in de organisatie. Gaat het uiteindelijk niet om de duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers in alle leeftijdscategorieën?

Een werkplek voor alle leeftijden

Op de werkvloer trekken medewerkers van verschillende leeftijden met elkaar op. Wat is nu een ideale werkplek voor oudere en jongere medewerkers? We publiceerden eerder over dit onderwerp in 2014 (zie hier). We zochten nu - 5 jaar later - in de CfPB database naar verschillen in de tevredenheid over de werkomgeving van 18 aspecten tussen leeftijdsgroepen.  Bij 12 aspecten blijkt er een significant verschil tussen de leeftijdsgroepen te zijn. Er is geen significant verschil in tevredenheid gevonden over 1) De inhoud en complexiteit van het werk, 2) de mogelijkheid om ideeen over de werkomgeving in te brengen, 3) de mix van werkplekken, 4) het archief en de opslagmogelijkheden, 5) de ICT, en 6) de facilitaire diensten.

Figuur 2: De gemiddelde score op de tevredenheidsvragen per leeftijdsgroep voor de 12 significant verschillende aspecten (1 = zeer ontevreden, 2 = ontevreden, 3 = neutraal, 4 = tevreden, 5 = zeer tevreden).

De verschillen in waardering tussen de leeftijdsgroepen zijn echter klein. We zien een licht dalende lijn in tevredenheid bij het ouder worden over de organisatie en de mate van openheid en transparantie. Oudere medewerkers blijken iets meer tevreden te zijn over mogelijkheden om buiten het eigen kantoor te werken en het binnenklimaat.

In de significant verschillende aspecten is geen duidelijke trend te zien dat oudere werknemers heel anders scoren dan de jongere. Populair gezegd:

  • Leeftijd maakt nauwelijks uit bij de tevredenheid over de kantoorwerkomgeving;
  • We maken redelijke gewaardeerde kantoren, immers alle leeftijdsgroepen zijn  gemiddeld gezien neutraal tot tevreden over de werkomgeving
  • Concentratie, privacy en binnenklimaat blijven de issues die voor verbetering vatbaar zijn.

Onze meerjarige gegevens laten zien dat we de verschillen in tevredenheid niet in de leeftijd moeten zoeken. We stellen onszelf nu de vraag of de levensfase waar iemand in zit en de daarmee samenhangende de persoonlijke omstandigheden en de persoonlijkheid van mensen een veel grotere rol spelen? De vraag is dan ook niet of we wel goed voorbereid zijn op de vergrijzing, maar of we werkomgevingen creëren die aansluiten op de verschillende behoeften van mensen, ongeacht de leeftijd.

Tot slot

Nu u dit gelezen hebt kunt u zichzelf het antwoord gunnen op deze retorische vraag: “Wij zijn al voorbereid op leeftijdseffecten, want die maken nauwelijks iets uit!”
 

Bartele Hoekstra
Lianne Schoot

NB De titel van deze nieuwsflits  “It is not how old you are…” is de helft van een uitspraak van Jules Renard. De volledige uitspraak luidt: “It is not how old you are, but how you are old”