Center for People and Buildings

U bent hier: >>Worden flexibele kantoren efficiënter gebruikt?...

Worden flexibele kantoren efficiënter gebruikt?

24 maart 2016

Worden flexibele kantoren efficiënter gebruikt?

Al jaren voert het CfPB bezettingsgraadmetingen uit met de eigen tool Space Utilization Monitor (SUM). Omdat hierbij steeds dezelfde methode wordt aangehouden, is inmiddels een grote database opgebouwd met bezettingsgegevens van meer dan 22.000 werkplekken en overlegruimten.

Figuur 1: De gemiddelde bezetting, tijdelijke onbezetting, piek- en dalbezetting van de werkplekken
in 24 combi-flex kantoren, 11 combi-vast kantoren en 38 traditionele kantoren

Maar liefst 73 verschillende bezettingsgraadonderzoeken uit de database zijn geselecteerd voor een analyse waarbij er is gekeken naar de gemiddelde, dal- en piekbezetting van de bureauwerkplekken (inclusief de tijdelijke onbezetting, ofwel bezetting door spullen). Deze gegevens kunnen worden gebruikt als benchmark door organisaties die van SUM gebruik maken.

Uit de resultaten (figuur 1) blijkt dat de gemiddelde werkplekbezetting in kantoren met activiteit gerelateerd werkplekgebruik hoger is (57%) dan in kantoren met vaste werkplekken (42% tot 48%). Maar ook de tijdelijke onbezetting van werkplekken (het bezet houden van werkplekken door spullen zoals een jas, tas of kop koffie) is in kantoren met flexibel werkplekgebruik hoger dan in kantoren met vaste werkplekken – dit dempt het verschil in daadwerkelijke bezetting door personen enigszins.

Figuur 2: De gemiddelde bezetting, piek- en dalbezetting van de werkplekken in 45 overheidskantoren en 20 universitaire werkomgevingen

Het CfPB heeft ook indicatoren opgesteld voor overheidsorganisaties en onderwijsorganisaties (figuur 2) zodat zij hun resultaten met vergelijkbare organisaties kunnen vergelijken. Gemiddeld is de werkplekbezetting in overheidskantoren hoger dan die in universitaire werkomgevingen. Verklaring hiervoor kan zijn dat medewerkers in universitaire werkomgevingen vaker ook op andere locaties werkzaam zijn (collegezalen, praktijkruimten). In beide branches is te zien dat op grote schaal flexibel werken wordt ingevoerd. Vooral bij de overheid is het beleid hieromtrent en de implementatie ervan in volle gang – mogelijk heeft dit ook een invloed op het verschil in bezettingsgraad tussen de twee typen organisaties.